Wat is de betekenis van Kanaal?

2023-10-01
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

kanaal

(2005) (sold.) keel: 'iets in je kanaal gieten'. • BuMa-kloffie uit, DT aan en bij de CaDi een kop koffie in je kanaal te gieten. Kikadewado. Wat?! Vertaald voor jongeren, vrouwen, dienstweigeraars, afgekeurden en vrijgestelden van dienstplicht: burgermannenkleding uit, dagelijks tenue aan, bij de kantinedienst koffie drinken. Kind kan de was...

2023-10-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kanaal

kanaal - Zelfstandignaamwoord 1. (waterstaat) gegraven waterweg, (scheepvaartkanaal) 2. (waterstaat) een (natuurlijke) tak van een rivier in een rivierdelta De Wolga vertakt in de laatste kilometers voor de uitmonding in een tal van kanalen. 3. (elektrotechniek) (informatica) in de informa...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over Kanaal?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-01
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Kanaal

Een gegraven waterweg voor de scheepvaart. Zie ook: Vaarwegkarakter

2023-10-01
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kanaal

kanaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-naal 1. gegraven waterweg ♢ er voer een groot schip door het kanaal 1. langs welk kanaal komt die informatie? [op welke manier] ...

2023-10-01
Theater

Gedigitaliseerd Ensie (2015)

Kanaal

Kanaal. Een circuit* van de belichtings- of geluidsinstallatie.

2023-10-01
Internet woordenboek

Ensie (2001)

kanaal

zie channel.

2023-10-01
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

kanaal

Inez van Eijk (1995:136) geeft de verwensing mijn neus uit, het kanaal in! ‘hoepel op, ik walg van je en wil je niet meer zien’. Als iemand boos is, wenst hij zijn vijand de ergste ongemakken en allerlei ander ongeluk en verderf. zie neus, verzuipen.

2023-10-01
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

kanaal

1. algemeen: weg waarlangs gegevens kunnen worden verzonden. 2. in automatisering: verbinding van in- en uitvoerapparatuur met de centrale verwerkingseenheid van een computersysteem. 3. spoor op een magneet- of ponsband. 4. in telecommunicatie: frequentiegebied waarop door een bepaalde zender wordt uitgezonden.

2023-10-01
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

KANAAL

Kunstmatig aangelegde en van het buitenwater afgesloten waterweg. Men onderscheidt: scheepvaartkanalen, waarin men de waterbeweging vrijwel geheel beheerst, om de verbinding te water tussen twee of meer punten mogelijk te maken en uitwateringskanalen, bestemd voor afvoer van overtollig binnenwater. Een derde groep, bevloeiings of irrigatiekanalen,...

2023-10-01
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kanaal

Het Kanaal of La Manche vormt de verbinding van de Noordzee met de Atlantische Oceaan tussen Engeland en Frankrijk. Het is het smalst tussen Dover en Calais, waar het slechts 33 km breed is.

2023-10-01
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Kanaal

zie canalis.

2023-10-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kanaal

s.n., kanael (it), feart, djip (it).

2023-10-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kanaal

o. (...nalen), 1. pijp, buis, buisvormige doorboring : de kanalen in een oven ; onderaardse kanalen ; vgl. rookkanaal, smeerkanaal enz. ; — buis voor windtoevoer in een pijporgel. 2. (ontl.) buisvormig weefsel waardoor vloeistoffen, gassen of vaste stoffen een weg vinden: de drie halfcirkelvormige kanalen in het oor...

2023-10-01
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kanaal

een gegraven, soms een in een breed water door aanleg van dijken begrensde waterweg, dienende voor scheepvaart of voor afvoer, resp. aanvoer, van water. Bij een niet-horizontaal verloop is het K. ingedeeld in vakken, panden, onderling verbonden door sluizen. Een kanaal zonder sluizen heet niveau-X.

2023-10-01
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Kanaal

is een gegraven, soms een in een breed water door aanleg van dijken begrensde waterweg, dienende voor scheepvaart of voor af- of voor aanvoer van water. A. Scheepvaartkanalen worden onderscheiden: 1. naar de schepen, waarvoor zij bestemd zijn, in kanalen voor zeevaart (Noordzeekanaal, kanaal door Walcheren, kanaal Terneuzen - Gent enz.) en v...

2023-10-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kanaal

o. kanalen, kanaaltje (Fr. canal, Lat. canalis 1 gegraven waterweg; 2 pijp, buis; 3 bij vergelijking: buisvormig orgaan; 4 aardr. naam van verschillende zeeëngten; 5 fig. bron; middel om iets ergens te brengen, om tot, aan, achter iets te komen): 1 het Merwedekanaal; 2 rookkanaal, v. e. schoorsteen; 3 ontl. darmkanaal, buisvormig orgaan, waard...

2023-10-01
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kanaal

1° Kunstmatige waterweg.➝ Afvoerkanaal; Scheepvaartkanaal; Toevoerkanaal. 2° Gegolfde binnencylinder van een stoomketel, waarin het rooster is aangebracht. Oorspronkelijk werd deze geconstrueerd als rechte cylinder, die ten gevolge van de warmte van het roostervuur meer in de lengterichting uitzette dan de ketelrompen en daardoor in de verb...

2023-10-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kanaal

(ka'na:l) o. (kanalen; –tje) [Fr. < Lat. canna, rietpijp] I. Eig. pijp, buis, geul nl. 1. weg tussen twee wanden ingesloten : een – voor vochten, lucht, gassen, rook. Syn. →: buis. 2. buisvormig deel in het menselijk, dierlijk en plantaardig lichaam : de bloedaderen zijn kanalen. 3. watergang, waterloop. 4. als een waterweg...

2023-10-01
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Kanaal

Het Kanaal noemt men de brede zeestraat, die tussen Engeland en Frankrijk ligt en die de Noordzee met den Atlantischen Oceaan verbindt. Het Kanaal is trechtervormig en vernauwt zich bij Dover; daar noemt men het in Engeland meestal de Straat van Dover, in Frankrijk het Nauw van Calais (Pas de Calais). Het is een der drukst bevaren gebieden der aar...

2023-10-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kanaal

o. (-nalen), 1. pijp, buis, buisvormige doorboring: de kanalen in een oven; onderaardse kanalen; darmkanaal; 2. smalle natuurlijke verbinding tussen grote watervlakten (meren, zeeën), straat, zeeëngte; 3. kunstmatige, gegraven waterweg (voor verkeer, afwatering of bevloeiing) (e): een — graven, de rivieren zijn door een — ve...