Wat is de betekenis van kamerverhuurder?

2024-04-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kamerverhuurder

(1977) (euf.) meer respectabele benaming voor een pooier of souteneur. • De eerste die het van briefhoofd voorziene velletje in handen krijgt, wijzigt met potlood het woord bordeelhouders reeds in kamerverhuurders. (Het vrije volk, 20/01/1977) • Een Amsterdamse kamerverhuurder (een beroep dat vroeger gemakshalve pooier werd genoemd) weet...

2024-04-16
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

kamerverhuurder

Hedendaagse en meer respectabele benaming voor een pooier of souteneur. Een Amsterdamse kamerverhuurder (een beroep dat vroeger gemakshalve pooier werd genoemd) weet dat veel geld voor zijn huursters is, maar legt de schuld elders. Nieuwe Revu, 11-08-99