Wat is de betekenis van Kamer?

Het begrip kamer heeft 3 verschillende betekenissen: 1) vertrek. vertrek in een huis of ander gebouw, dat voor wonen, slapen, werken of een ander doel is ingericht en in de regel kleiner is dan een zaal. 2) instantie die in een kamer bijeenkomt. instantie die in een vergaderkamer of zittingzaal bijeenkomt, bijvoorbeeld een gerechtsor...

1) (1984) (euf.) gevangeniscel. • Zolang evenwel tot het handhaven van de gevangenis wordt besloten, worden er mensen opgesloten in een cel, die, al moge deze tegenwoordig wel eens - gezien de soms moderne aankleding - ‘kamer’ heten, meer dan voldoende de benaming ‘celstraf’ rechtvaardigt. Eufemismen, die dienen om ons...

kamer - Zelfstandignaamwoord 1. een van de rest door muren afgescheiden deel van een huis met een eigen functie 2. (juridisch) onderdeel van een rechtsprekend orgaan dat over bepaalde zaken uitspraken doet ♢ De meervoudige kamer bestaat uit drie rechters die gezamenlijk meer ingewikkelde zaken behandel...

Kamer - gehuurde kamer waarin men de liefde kan bedrijven.

kamer - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-mer 1. ruimte in gebouw, met vier muren, vloer en plafond ♢ het huis heeft drie kamers 1. hij woont op kamers [op zichzelf, maar bij anderen in huis]...

Onderdeel van een rechterlijk college, zoals een strafkamer, belastingkamer, vreemdelingenkamer of militaire kamer. Zie ook: Enkelvoudige kamer en Meervoudige kamer.

onderdeel van een gerecht, bijv. een strafkamer.

- <bnl.> Kamer van Volksvertegenwoordigers, Tweede Kamer <nl.>

Het binnenste van het huis, of met andere woorden: Het eigen ik. Dit kan wijzen op geslotenheid tegenover anderen, aan wie men zichzelf en z’n plannen niet wil openbaren. Wie rusteloos van kamer naar kamer loopt, zal z’n standpunt telkens weer wijzigen, waarbij meestal een verandering in de psychische aanleg van de dromer kan worden waa...