kalis
(16e eeuw) (< kalo, zigeunertaal voor zwart) (inf.) vagebond, schooier, kale neet; kerel zonder geld; iemand die weinig of niets te verliezen heeft. Volgens een zekere Dr. A. Kluyver (zie Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. 1895) zou ‘het vroeger zoo bekende woord kalis afkomstig zijn uit de taal der vagebonden, en on...