kalant
geslepe persoon, skelm.
J.H. van Dale (1898)
KALANT, m. (-en), (Zuidn.) klant, kooper: — (Z. A.) slimme klant, iem. die bij de hand is.
I.M. Calisch (1864)
Kalant, m. en v. gewone kooper, koopster (in eenen winkel, bij eenen ambachtsman enz.); -en krijgen, -en hebben; een - verliezen; de -en (koopers) blijven weg, verloopen; zie KLANT.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: