Wat is de betekenis van Kakken?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kakken

1) (1501) (Mnl. cacken, mnd. kacken, nhd. kacken) (plat) zijn gevoeg doen; zich ontlasten. Vgl. Eng. sl. to cack. Synoniemen uit onze volkstaal zijn o.a.: afgaan*; balkannen*; berakken*; boetseren*; bouten*; bratten*; brinten*; broeken*; een broekslag* houden; schijten*; aan zijn bruine* trui gaan breien; een bruine* verzuipen; bruine* beren; een b...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kakken

kakken - Werkwoord 1. (ov) (informeel) poepen Synoniemen poepen, schijten ontlasting hebben Verwante begrippen poeper, poeperd, schijter, schijterd

2024-03-28
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Kakken

tekort komen (mar.) ergens heen gaan. Kakken komt van kaki, Mal. voor voet of been. Betekent dus eig. dat men snel iets in orde wil brengen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Kakken

1. erin/erop kakken,zich ergens niets van aantrekken. Informele uitdrukking. 2. het komt op als-,het komt plotseling en onweerstaanbaar. In een vrijwel letterlijke bet. vonden we volgend voorbeeld: ‘O, o, moetje dat eens zien. Greet en Wies, dat is toch te erg. Het is nog maar een kind, en dat zo midden op straat.’ Ik kon me niet langer bedwingen...