Wat is de betekenis van kakkelobbes?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kakkelobbes

(1912) (Barg.) (< cachelot, potvis?) iets dat erg groot is (meestal een vis); kanjer, joekel*. Vooral in de samenstelling: zeekakkelobbes. Minder frequent ook gebruikt voor een raar of onhandig iemand; een nietsnut. • ... de Dood van Pierlala met Zeekakelobbus, de sombere noodlotsfacies, zooals Van Gogh zo in hun dorpen heeft geschilderd......

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kakkelobbes

dom iemand; nietsnut. Ook een schertsende benaming voor een kind. Verder in samenstellingen zoals zeekakkelobbes.Een enkelvoudsvariantvan ‘kakkelobbussen’ kakkelobbes is op beperkte schaal bekend als scheldwoord voor een nietsnut, een dom persoon, een lomperd. (Wim Daniëls, Thuistaal. Het andere Nederlands, 1992)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kakkelobbes

gemeensl. zn., scherts, schimpwoord, ongev.: nietsnut, lomperd.

Gerelateerde zoekopdrachten