Wat is de betekenis van Kachel?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kachel

1) (19e eeuw) (Barg.) stomdronken. In Groningen: hij heeft de kachel aan. In het Westfries: kachelig (J. Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984). Zie ook: kacheltjelam*. • Zegsw.: hij het de kachel an: hij is dronken. (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895) • Sien, de dokter heb gezegd: driemaal roggeb...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kachel

kachel - Zelfstandignaamwoord 1. een apparaat waarin energie wordt omgezet in warmte met de bedoeling een ruimte te verwarmen De kachel had de hele nacht aangestaan. kachel - Bijvoeglijk naamwoord 1. (informeel) dronken Ik ben kachel....

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kachel

kachel - zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ka-chel 1. apparaat waarmee je een huis verwarmt ♢ warm je koude handen maar bij de kachel 1. als je onder invloed van alcohol niet meer goed kunt staan, lopen, d...

2024-04-24
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

kachel

(bn) dronken BM.

2024-04-24
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

kachel

Dronken. In deze betekenis reeds bij Koster Henke, die een gelijkaardige Bargoense uitdrukking vermeldt: ‘de brand hebben’. Wellicht moet bij beide uitdrukkingen gedacht worden aan de verhitte toestand waarin een dronkaard verkeert. Bij kachel wordt de associatie gelegd van ‘heet, rood en de opvliegendheid van de dronkaard’. Stoett en Huizinga mene...

2024-04-24
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Kachel

Een brandende kachel wijst op een vriendelijke omgeving en op warme gevoelens; een koude kachel op liefdeloosheid en frigiditeit. Gaat de kachel uit, dan zullen onze momentele plannen naar alle waarschijnlijkheid niet kunnen worden gerealiseerd; het kan echter ook zijn dat we op zakelijk gebied weinig succes boeken. (Zie ook ‘Haard’).

2024-04-24
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Kachel

dronken; half kachelis ‘aangeschoten’. De uitdr. komt al voor bij Koster Henke, die ook een gelijkaardige Bargoense uitdr. vermeldt: de brand hebben.Wellicht moet bij beide zegswijzen gedacht worden aan de verhitte toestand waarin een dronkaard verkeert. Stoett en Huizinga menen evenwel ook een verband te zien met de synonieme uitdr. (eveneens uit...

2024-04-24
Bierwoordenboek

Bierwoordenboek.nl (2017)

Kachel

Kachel zijn - betekent; dronken of stomdronken zijn.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

kachel

zie moeder, uitpissen.