Wat is de betekenis van Kabinet?

Het kabinet bestaat uit alle ministers en hun staatssecretarissen. Het kabinet wordt genoemd naar de premier, zoals Kabinet-Rutte. In 1848 werd het eerst kabinet gevormd, maar deze had nog niet echt een politieke kleur, zoals dat tegenwoordig wel is. In 1888 werd het kabinet gekozen door vierjaarlijkse verkiezingen. Hiervoor benoemde de koning alle...

(19e eeuw) (euf.) toilet, hetgeen vroeger ook het ‘geheim gemak*’ werd genoemd: 'op 't kabbenet gaan.’ Vgl. Fr. cabinet (d'aisances). • Een toilet-kabinet of kleedkamertje, dat onmiddellijk aan de slaapkamer grenst, is een zeer nuttig aanhangsel van een vertrek, dewijl het de gelegenheid verschaft om altijd de kamer in de gro...

kabinet - Zelfstandignaamwoord 1. (politiek) (regering) een bestuursorgaan bestaande uit hooggeplaatste leden van een regering, de regering. ♢ Het kabinet-Balkenende IV viel over de missie in Uruzgan: het CDA en de CU wilden de militaire missie verlengen, de PvdA niet. 2. een meestal houten...

Persoonlijke staf van de Voorzitter of een lid van de Commissie (Commissaris). Bestaat meestal uit zes medewerkers. Ook andere EU-ambtsdragers (zoals vaste voorzitter van de Europese Raad, rechters in het Hof van Justitie) hebben een kabinet.

Het kabinet bestaat uit de ministers en staatssecretarissen.

kabinet - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-bi-net 1. alle ministers bij elkaar ♢ het kabinet heeft een besluit genomen 2. grote, ouderwetse kast ♢ in het kabinet van oma lagen stapels linneng...

praktijk(ruimte), spreekkamer 19 uur, woensdagavond. Dokter Thierry De Craecker ontvangt zijn laatste patiënt in zijn kabinet aan de Marktweg in Goefferdinge, deelgemeente van Geraardsbergen. (Het Laatste Nieuws) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 1

Term afkomstig van het Britse ‘cabinet’ die in de wetgeving niet voorkomt. In de staatkundige praktijk en in de media doelt de term kabinet op de op een gegeven tijdstip aanwezige ministers en staatssecretarissen tezamen. Het woord wordt dan ook gebruikt ter aanduiding van een bepaalde ‘ploeg’ ministers en staatssecretarisse...

Verbloemende benaming voor het toilet, hetgeen vroeger ook het ‘geheim gemak*’ werd genoemd. Vgl. Frans ‘cabinet (d’aisances)’. Het WNT citeert o.a. I. Teirlinck (‘Zuid-Oostvlaandersch Idioticon’. 4 dln. Gent, 19081924): ‘op ’t kabbenet gaan.’ In Vlaanderen wordt het woord in deze zin nog steeds gebruikt, zij het vooral door de oudere generatie. In...