Wat is de betekenis van kabelbaan?

kabelbaan - Zelfstandignaamwoord 1. transportlift waarbij cabines of stoeltjes langs een in de lucht hangende kabel omhoog getrokken worden Woordherkomst samenstelling van kabel en baan Verwante begrippen cabinebaan, gondellift, zweefbaan, stoeltjeslift

kabelbaan - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-bel-baan 1. lange kabel met stoeltjes eraan waarover je op een berg omhoog vervoerd wordt ♢ de skiërs gingen met de kabelbaan naar boven Zelfstandig naamwoord: ka-bel-baan ...

kabelbaan - Wordt gebruikt voor vervoerssystemen die bestaan uit bovengelegen bedrading, kabels of rails die hangende cabines dragen en voorttrekken, meestal langs een gesloten circuit; over het algemeen om passagiers langs stijle hellingen of over diepe dalen of watermassa's heen te vervoeren.

Transportmiddel voor het vervoeren van personen of goederen naar moeilijk te bereiken plaatsen. In de waterbouwkundige sector is in 1964 van een kabelbaan gebruik gemaakt om de afsluiting van de noordelijke geul van de Grevelingen tussen de provincies Zeeland en Zuid-Holland uit te voeren door middel van het systeem van ‘geleidelijke sluiting...

zie zweefspoor en kabelspoor.

Hierbij wordt bij houttransport de last hangende onder een over een gespannen draagkabel rijdend, meestal éénsporig wagentje vervoerd. De last wordt vooruitbewogen óf door de zwaartekracht óf, via een trekkabel, door een motor. Behalve de eigenlijke k., die uitsluitend dienen voor houttransport van de laadplaats naar de...

...

v. (...banen), (germ.) kabelspoor.

v. -banen (spoorbaan of trambaan, voor welke de electrische beweegkracht door een kabel wordt aangevoerd; kabelspoorweg).