Wat is de betekenis van kabaal?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kabaal

kabaal - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) lawaai, herrie Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kabaal

kabaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-baal 1. veel en onaangenaam geluid ♢ met veel kabaal renden de kinderen naar binnen Zelfstandig naamwoord: ka-baal het kabaal Synoniemen herrie, keet, lawaa...

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kabaal

herrie

2024-04-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Kabaal

In 1670 benoemde Koning Karel II van Engeland tot minister de heren Clifford, Arlington, Buckingham, Ashley en Lauderdale. De eerste letters hunner namen vormen het woord cabal en men heeft wel eens gedacht dat ons woord kabaal, vroeger veelal geschreven cabaal, daarvan afstamde. Dit is echter onmogelijk, want het woord komt reeds lang vó&oa...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kabaal

rumoer, drukte, lawaai.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kabaal

o., drukte, lawaai

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kabaal

s.n., kabael (it), trelit (it), heibel drokte, opskuor.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kabaal

o., 1. lawaai, drukte, rumoer: kabaal maken, schoppen; 2. zie Cabaal.