kaarsje
kaarsje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kaars
Wiktionary (2019)
kaarsje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kaars
Van Dale Uitgevers (1950)
Zuidn. KEERSKE, o. (-s), 1. kleine kaars; — (Zuidn.) kaarske schieten, op de kermis met een karabijn een brandend kaarsje trachten uit te schieten; — met een kaarsje naar iets moeten zoeken, gezegd van iets dat moeilijk te vinden, dun gezaaid is; 2. (plantk.) ben. voor de langgesteelde vruchtkogel der paardenbloem; ook vo...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), kleine kaars; met een naar iets moeten zoeken, gezegd van iets dat moeilijk te vinden, dun gezaaid is.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: