Wat is de betekenis van Kaarsenbak?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kaarsenbak

m. (-ken), bak met of voor kaarsen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kaarsenbak

m. -bakken (langwerpige bak tot het bewaren van kaarsen); kaarsendomper, m. -s (hoedvormig dekseltje tot het blussen van kaarsen); kaarsenkatoen, o. (nl. voor kaarsenpitten).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kaarsenbak

('ka:rsən) m. (-ken) langwerpige bak om kaarsen in te leggen.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kaarsenbak

m. (-ken), bak voor kaarsen, van talrijke pinnen voorzien en gevuld met een laagje zand.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kaarsenbak

KAARSENBAK, m. (-ken), bak met of voor kaarsen.

2024-04-26
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kaarsenbak

Kaarsenbak, m. (-ken). *...KIST, v. (-en). *...LADE, v. (-n), bergplaats voor kaarsen; (ook) soort langwerpige smalle schuit. *...MAKEN, o. gmv. beroep -, ambacht des kaarsenmakers. *...MAKER, m. (-s). *...SNUITER, m. (-s).

Gerelateerde zoekopdrachten