kaarden
kaarden - Werkwoord 1. (ov) het behandelen van ruwe katoen of wol met behulp van een kaard ♢ Kamsters kamden of kaardden de wol, spinsters sponnen deze tot garen.
Wiktionary (2019)
kaarden - Werkwoord 1. (ov) het behandelen van ruwe katoen of wol met behulp van een kaard ♢ Kamsters kamden of kaardden de wol, spinsters sponnen deze tot garen.
Anton van Oirschot (1985-1986)
ook schrobbelen genoemd, waaronder wordt verstaan het bewerken van de gezuiverde wol, die daarna wordt gesponnen. In vroeger tijden gebeurde het uit elkaar plukken van de wolvezels met de hand, De kaardmachine haalt de wolvezels uit elkaar en legt ze evenwijdig. Aan het eind van de bewerking ontstaat een losse draad of voorgaren. De volgende bewerk...
Van Dale Uitgevers (1950)
(kaardde, heeft gekaard), 1. door middel van een kaarde de vezels van de te spinnen stof ontwarren en evenwijdig leggen: wol, katoen kaarden; 2. laken kaarden, ruwen of rouwen; 3. (gew.) (boter) haren.
M. J. Koenen's (1937)
kaardde, h. gekaard (1 met een kaarde bet. 4 voor het spinnen gereedmaken; 2 v. laken: ruwen of rouwen, d. i. de wolhaartjes uit de viltlaag ophalen en in eenzelfde richting strijken): 1 wol kaarden; 2 laken kaarden.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(text.), ook krassen of schrobbelen genaamd, bewerking van spinmateriaal met stalen haakjes, om de vezels los te maken en zooveel mogelijk parallel te leggen.
Jozef Verschueren (1930)
('ka:rdən) (kaardde, heeft gekaard) 1. met de kaarde (A I 2) ontwarren : wol, katoen, vlas, werk, zijde -. 2. ruwen : laken -.
H.J. van Eyk (1916)
Noemt men het tegenwoordig gewoonlijk machinaal geschiedende kammen der wol, waardoor de vezels recht en uitgerekt worden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Kaarden, - het ontwarren en evenwijdig leggen van textielvezels door middel van naaldjes of haakjes. Zie SPINNERIJ.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: