Wat is de betekenis van Kaardebol?

2023-09-25
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

KAARDEBOL

(Fr.: kaerde). Plant. Wilde K. is wel op de klei gevonden.

2023-09-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Kaardebol

is de naam van een paar, in het gebied der grote rivieren en in Z.Limb. voorkomende soorten van Dipsacus, waarvan de stroschubben der bloemhoofdjes de stijve en gekromde toppen missen, zoals die bij de weverskaarde (Dipsacus sativust L., syn. D.fullonum L.) wel aanwezig zijn.

Direct toegang tot alle 13 resultaten over Kaardebol?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kaardebol

s.; wilde —, kaerde.

2023-09-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kaardebol

v. (-len), 1. bol, kop van de onder 2. genoemde plantensoort, voorheen gebruikt om te kaarden ; 2. (plantk.) plantengeslacht (Dipsacus) waarvan twee soorten in Nederland in ’t wild worden gevonden: de wilde kaardebol (D. silvester), en de kleine of harige (D. pilosus); de weverskaardebol (D. fullonum),...

2023-09-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kaardebol

(Dipsacus), plantengeslacht uit de Kaardenfamilie, waarvan alleen de Wilde K. (D. silvester) vrij zelden in Ned. voorkomt. Lila bloemknoppen met stekelige om windselslippen. Juli-Sept.

2023-09-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Kaardebol

Dipsacus, piantengesl. mei stekeligen stengel en witte, gele of lila bloemen; enkele soorten in Ned.

2023-09-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kaardebol

(Dipsacus), een plantengeslacht van de familie der kaardeachtigen met 12 groote kruidachtige soorten. In Ned. Limburg wordt op enkele plaatsen nog de weverskaarde, D. fullonum, verbouwd, waarvan de bloemhoofdjes gebruikt worden voor het kaarden van wol. In Nederland komen in het wild voor de wilde kaardebol, Dipsacus pilosus en Dipsacus laciniatus....

2023-09-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kaardebol

('ka:rdə) m. (-len) 1. Eig. een der gedroogde vruchthoofdjes van een distelachtige plant, die vroeger bij het kaarden der wol gebruikt werden. 2. Metn. die distelsoort (Dipsacus fullonum).

2023-09-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Kaardebol

Kaardebol, - zie WEVERSKAARDE,

2023-09-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kaardebol

m. (-len), 1. bol, kop van een ijzeren blok om wol te kaarden; 2. (plantkunde) →Dipsacus.

2023-09-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Kaardebol

kaarde, zie Dipsacus.

2023-09-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kaardebol

Het begrip kaardebol heeft 2 verschillende betekenissen: 1. kaardebol - KAARDEBOL, v. (-len), (plantk.) eene kaardachtige plant, waarvan er drie soorten in Nederland in ’t wild worden gevonden : de wilde kaardebol (dipsacus silvester), de kleine of harige (dipsacus pilosus), en de weverskaardebol (dipsacus fullonum) is verwant, welke echter n...

2023-09-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Kaardebol

Kaardebol (De) of kaardedistel (Dipsacus fullonum MUI.), behoort tot de familie der Dipsaceae, waarvan het geslacht Dipsacus de type is. Deze plant heeft een dikken, spilvormigen wortel en bladeren, die bij den grond over dezen zijn uitgespreid. Zij zijn langrond, getand en op de middennerf met stekels gewapend. De stengelbladeren zijn langwerpig-l...