Wat is de betekenis van kaakje?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kaakje

eenvoudig koekje. eenvoudig koekje zonder veel versiering. Voorbeelden: In "Welgelegen" woonden de Beumers, een gepensioneerde, ziekelijke procuratiehouder met zijn vrouw, waar hij wel eens binnenliep en dan een kop thee met een koekje kreeg, dat zij "kaakje" noemden. Harry Mulisch, De aanslag, 1983 De her...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kaakje

kaakje - Zelfstandignaamwoord 1. een klein, vrij hard baksel van meel dat bij de koffie of de thee genuttigd wordt kaakje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kaak

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kaakje

s.n., moalkoekje (it), we(i)tenkoekje (it).

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kaakje

(‘ka:kjə) o. (-s) vklw. van → kaak (C).

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kaakje

o. (-s), bros en droog koekje van meel, suiker en water: een blik kaakjes.

2024-04-23
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)