Wat is de betekenis van kaad?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kaad

kaad - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaden ♢ Ik kaad 2. gebiedende wijs van kaden kaad! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaden kaad je?

2024-03-29
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Kaad

Kaad, kaat of kât is de naam der jonge toppen en bladeren van Celastrus edulis, die in Arabië algemeen gekaauwd wordt. Dit heeft geenerlei nadeelige gevolgen, maar werkt, vooral na vermoeijenis, verkwikkend en opwekkend. Te voren dronk men een waterachtig aftreksel van kaad, doch deze gewoonte is door het gebruik van koffij verdwenen.