Wat is de betekenis van Juniperus?

2024-04-19
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Juniperus

Juníperus L. [C. Linnaeus], - oude, Lat. plantennaam, door sommigen afgeleid van een Keltisch woord jeneprus, dat stekelig zou beteekenen, door anderen van Lat. juvĕnis, jong; parĕre, baren, wat een toespeling zou inhouden op het voortdurend voortbrengen van jonge naalden of op het gebruik der twijgen van Junipĕrus sabīn...

2024-04-19
Plantenterminologie

Jac. de Bruijn (1973)

Juniperus

oude Lat. pltn.; door sommigen afgeleid van een Keltisch woord, dat stekelig zou betekenen; anderen zien er de woorden in: jong - baren, wat een toespeling zou in- houden op het voortdurend voortbrengen van jonge naalden óf op het gebruik van de twijgen van J. sabina als abortivum

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Juniperus

fam. Cupressaceae, jeneverbes. Schubconiferen met vlezige kegels. Inlands en vrij veel in cultuur is J. communis L., die alleen als struik groeit, zowel op arme, droge, als op moerassige gronden en waarvan de kegelbessen worden gebruikt bij de fabricatie van jenever. Talloze vormen worden gekweekt o.m. J. communis stricta CARR. ( J.c.hibernica LODD...

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Juniperus

(]eneverbes). Tot dit plantengeslacht uit de Naaldboomfam.* behoren de Jeneverbes* ( J. communis) ; Cederhoutboom* (J. virginiana), waarvan het hout gebruikt wordt voor potloden en het vervaar-digen van sigarenkistjes; Zevenboom (J. Sabina), vergiftig, op boerenerven.

2024-04-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Juniperus

boom of heester, tweehuizig, kleine bloemen, blauwzwarte bessen. In ons land o/d beide: de Jeneverbes, gebruikt i/d geneesk. en b/d bereiding v jenever.

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Juniperus

→ Jeneverbes.

2024-04-19
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Juniperus

Juniperus, - plantengeslacht der Coniferen, afd. Cupressaceeën (Cypres-achtigen) met ongeveer 30 soorten op het N.-lijk halfrond. Het zijn boomen of heesters met kruiswijs tegenoverstaande bladeren of bladeren in drietallige kransen, soms schubvormig, soms opstaand en met een stekelige punt. De planten zijn mannelijk of vrouwelijk ; de vrouwelijke...

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Juniperus

plantengeslacht uit de familie →Cupressaceae, met ca. 70 soorten struiken of bomen van het noordelijk halfrond, te onderscheiden van de andere coniferen (→Coniferospermae) doordat de zaden in een bolronde, vaak besachtige, kleine kegel gevormd worden. De jeneverbes, Juniperus communis, komt voor op stuifzand en heiden met zwarte, blauw be...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Juniperus

Trn., plantengeslacht van de familie der Coniferen, afdeeling der Cupressineeën, bevattende eenige boomen en struiken met tweehuizige bloemen en met naald- of schubvormige bladen; de vrucht is een op een bes gelijkende kleine, meestal drie zaden bevattende kegel. Het geslacht J. telt soorten in Noord-Amerika, Azië en Europa, vooral in de...