junior
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] adjunct, aankomend - De Britse adjunct minister heet bij ons staatssecretaris.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] adjunct, aankomend - De Britse adjunct minister heet bij ons staatssecretaris.
Meertens Instituut (2020)
Lat. 'de jongere'. In de VS gebruikt om de zoon van de vader te onderscheiden wanneer beiden dezelfde naam hebben. Ook wel als zelfstandige naam gegeven.
drs. Toine van Hoof (2017)
Een speler die jonger is dan 25 jaar en daardoor mee mag doen aan bepaalde jeugdkampioenschappen.
Muiswerk Educatief (2017)
junior - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ju-ni-or 1. wat gezegd wordt van de jongere met dezelfde naam als zijn vader ♢ dat is Hendrik junior Bijvoeglijk naamwoord: ju-ni-or
Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)
junior: behoort tot de categorie van de junioren, renners van zeventien en achttien jaar; klasse van renners die volgt op de categorie van de nieuwelingen; nieuweling.
Marc de Coster (2009)
Renner die nog geen achttien jaar geworden is. Hij krijgt zijn licentie in het jaar waarin hij 17 wordt. Het gaat om een internationale categorie. De uci organiseert officiële wereldkampioenschappen voor junioren. Honderdvijftig zeventienjarige knapen streden op zondag 2 augustus 1970 te Meulebeke voor de Belgische titel wielrennen, categorie junio...
Jan Luitzen (2009)
(de; -en, -es) 1 - renner in de leeftijdscategorie 17-18 jaar. • Er bestaan voor de junioren drie soorten licenties op basis waarvan ze aan verschillende categorieën wedstrijden mee mogen doen: junioren-A, junioren B en junioren-C. (KNWUR) 2 SP - een van de jongere leden van een sportclub
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: