jumpen
(werkwoord) [alg.] springen, trampolinespringen - Trampolinespringen is een echte sport, maar ook een leuk spel. [bridge] een sprongbod doen - Zij deed een sprongbod. Dat was wel even schrikken.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(werkwoord) [alg.] springen, trampolinespringen - Trampolinespringen is een echte sport, maar ook een leuk spel. [bridge] een sprongbod doen - Zij deed een sprongbod. Dat was wel even schrikken.
Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)
jumpen: het vooruitwerpen van de fiets tijdens een hevige sprint; wanneer de sprinter voelt dat hij misschien niet als eerste over de streep zal komen, is het zijn laatste redmiddel om enkele centimeters te winnen; jump.
Marc de Coster (2009)
Demarreren; een tegenstander in het laatste deel van een sprint voorbijschieten. De streep lag dik honderd meter verder, Olaf Ludwig wrong zich los, leek te winnen, maar Johan Museeuw ‘jumpte’ sterk over de Duitser heen en won afgetekend. (Mart Smeets: Stoempen, snot en sterven. 1991)
Jan Luitzen (2009)
(onov ww; jumpte; h. gejumpt) - demarreren, wegspringen, meestal naar iem. of iets toe, bv. naar een renner die vooruit in het zicht is. • Toen een elite-gezelschap, bestaande uit Moser, Raas, Bemaudeau en Duclos-Lasalle, zich van het peloton afzonderde, jumpte Daniël Willems er naartoe, en duikelde er in de afdaling zo overheen. (SOELV)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: