Wat is de betekenis van Julianus?

Zie Julius

m -> Julius (Ook Du.).

Flavius Claudius (332-363), bijgenaamd Apostata, d.i. de Afvallige, Romeins keizer van 361 tot 363, ontving een christelijke opvoeding, maar maakte zich los van het Christendom, onder de indruk van het neo-Platonisme en waarschijnlijk ook van de wreedheden, door de zonen van Constantijn tegen hun verwanten begaan. Als keizer heeft hij de antiek-hei...

→ Pomerius.

(juli'a:nus) (H.) belijder te Wintershoven (VIIde eeuw); feest: 19 maart. Als mansnaam ook: Juliaan.

Julianus - (Flavius Claudius), Romeinsch keizer, 361—363 n. C., door de Christenen wegens zijn af val van het Christendom Apostata (d. i. afvallige) bijgenaamd, geb. 331, zoon van Julius Constantius, den broeder van Constantijn den Groote, werd van kindsbeen af te Constantinopel, Nicomedia, Mediolanum en Athene in Gr. letteren en wijsbegeerte onder...

→Iulianus.

Julianus (Flavius), een Romeinsch keizer (361—363 na Chr.), door de Christenen Apóstata (de Afvallige) bijgenaamd, werd geboren den 16den November 331. Hij was de zoon van Julius Consiantius, een broeder van Constantijn de Groene. Toen na den dood van laatstgenoemde zijne zonen hunne ooms en neven uit den weg ruimden, bleven Julianus en zijn broede...