Wat is de betekenis van Ju?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ju

(1948) (Amsterdam, Barg.) politieagent. • Alleen als er ‘Ju...!!’ geroepen werd, werden spel en strijd gestaakt. Dan kwam er een smeris om den hoek. Nog met de scheldwoorden in den mond stonden wij zoetjes op een hoopje. (Piet Bakker: Jeugd in de Pijp. 1948) • (Van Dale Modern Bargoens Woordenboek. 2009) onder smeris •...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ju

ju - Tussenwerpsel 1. een uitroep om paarden en andere trekdieren aan te sporen Ju paardje ju.

2024-04-20
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

ju

(<juut?), agent: Alleen als er ‘Ju ...!!’ geroepen werd, werden (voetbal)spel en strijd gestaakt. Dan kwam er een smeris om de hoek, BAKKER1 43.

2024-04-20
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

ju

Bastaardvloek en ingehouden uitroep van woede, ontmoediging, verontwaardiging enz. die een verkorting is van nondeju of sodeju. Als variant komt ook vaak dju voor. Beperkt tot het zuiden van het taalgebied. zie voorts deju. zie gort.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ju

I. tw., uitroep om paarden en andere trekdieren aan te zetten; ju zijn, er van door zijn; ju-ju spelen, paardje spelen ; II. zn. m., (Zuidn.) paard; — paardevlees.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ju

1 tw. (uitroep om een dier inz. een paard aan te zetten): ju ju paardje, met je vlassen staartje! 2 m. ju’s (Z.-N. paard[je]).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ju

A. tw. uitroep om een dier, inz. een paard aan te zetten : -, -, paardje. B. (zju) o. [Fr.] I. Eig. 1. krachtig vleesnat: koude -. 2. Uitbr. boter waarmede of waarin vlees gebraden wordt. II. Metf, [wat opluistert zoals I] aardigheid, grap, scherts : er moet toch ook wat bij wezen !.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)