Jouw
Zie Jou
Wiktionary (2019)
jouw - Bezittelijk voornaamwoord 1. (informeel) van jou ♢ Is dat jouw auto? jouw - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jouwen ♢ Ik jouw 2. gebiedende wijs van jouwen ♢ jouw! 3. (...
Muiswerk Educatief (2017)
jouw - voornaamwoord 1. bezittelijk: hij is van die andere persoon ♢ is jouw kamer al netjes? Voornaamwoord: jouw Synoniemen je
J. van Donselaar (1936)
veel gebruikt op plaatsen waar in AN ‘je’ gezegd of geschreven zou worden. Zorg dat je stevig in je schoenen staat, dan maak je jouw toets goed (Rappa in A&P 1981: 3). Gefeliciteerd, lieve moeder Rita namens jouw dochters Cheryl en Rubia (WS 3-9-1983, in adv.). - Etym.: In AN alleen gebr. als het woord nadruk heeft.
Van Dale Uitgevers (1950)
bez. vnw. 2de pers. enk., m. en v., met nadruk gebruikt: is dat jouw vader! ; dat potlood is het jouwe.
M. J. Koenen's (1937)
I. 1 m. (uitjouwing, bespotting); 2 tw. (Z.-N. uitroep van blijdschap); 3 m. -en (Z.-N. goed schot, goede worp). II. bez. vnw. (uw): is dit jouw boek?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: