Wat is de betekenis van jongelui?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jongelui

jongelui - Zelfstandignaamwoord 1. aanspreektitel voor een groep jongeren In het weekend scheuren hier jongelui met auto's door de straten. Woordherkomst samenstelling van jong en lui(zelfstandig naamwoord) met het invoegsel -e-

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

jongelui

jongelui - zelfstandig naamwoord uitspraak: jon-ge-lui 1. jonge mensen ♢ er waren alleen jongelui op het feest Zelfstandig naamwoord: jon-ge-lui de jongelui Synoniemen jeugd

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

jongelui

sien jongeliede.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Jongelui

s.pl., jongelju, jongfolk (it).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jongelui

mv., jonge mensen van hetzelfde of van beiderlei geslacht: een troepje jongelui; er komen veel jongelui;de jongelui, het bruidspaar, het jeugdige echtpaar.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jongelui

jongelieden, m. mv. (jongelieden inz. de volwassen kinderen ten opzichte van de ouders en grootouders; ook: een verloofd paartje; jonge mannen; studenten).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jongelui

(jongelui) mv. 1. Algm. jonge mensen. 2. Inz. a. jeugdig echtpaar, jonggehuwden. b. studenten.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jongelui

v./m. (mv.), jonge mensen van hetzelfde of van beiderlei geslacht: een troep -; er komen veel —; (pregnant) de -, het bruidspaar, het jeugdige echtpaar.