Jonge
Hetzelfde als Nederlands jong. Vroeger was de naam gebruikelijker: Jonghekijn, Hazerswoude 1344 (PGH): Yonge, Medemblik 1657 (Belonje IV, 95); vrouwelijke Jonga, Den Bosch en omstreken 14e/15e eeuw.
Meertens Instituut (2020)
Hetzelfde als Nederlands jong. Vroeger was de naam gebruikelijker: Jonghekijn, Hazerswoude 1344 (PGH): Yonge, Medemblik 1657 (Belonje IV, 95); vrouwelijke Jonga, Den Bosch en omstreken 14e/15e eeuw.
Wiktionary (2019)
jonge - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van jong jonge - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die jong is ♢ Heb je het aan die jonge gevraagd of aan die oudere? jonge - Werkwoord 1. aanvoegende wijs van jongen
Liek Mulder (1994)
Jonge, jonkheer Bonifacius Cornelis de, Nederlands politicus, *22.1.1875 's-Gravenhage, +24.6.1958 Zeist. De Jonge studeerde in Utrecht en werd advocaat in 's-Gravenhage. In 1910 werd hij benoemd tot hoofd van de juridische afdeling van het departement van Oorlog. Van 1917-1918 was hij minister van Oorlog; van 1918-1922 directeur van de Bataafse Pe...
Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)
Freek de (Westernieland, Gr. 1955). Expressiekunstenaar, cabaretier. Een juiste aanduiding van het door De Jonge uitgeoefende beroep is nauwelijks te geven: met vaak clowneske middelen en grote verbale begaafdheid bracht hij gedreven een aantal maatschappij-kritische theaterprogramma’s (‘one-man-shows), die ook op televisie zijn uitgezo...
Dr. Johannes van der Schaar (1964)
m Hetzelfde als Ndl. jong. Vroeger was de naam gebruikelijker: Jonghekijn, Hazerswoude 1344 (PGH): Yonge, Medemblik 1657 (Belonje IV, 95); vr. Jonga, Den Bosch e.o. 14e/15e eeuw.
Van Dale Uitgevers (1950)
tw., uitroep van verbazing, bewondering, of om nadruk te geven: jonge, wat 'n grote! ; jonge jonge, wat is dat mooi! ; jonge nog toe, wat 'n drukte!; in versterkte vorm sjonge(s), tjonge.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
1° Jan Karel Jacob de, Ned. historicus. * 17 Juni 1828 te Den Haag, ✝ 13 Maart 1879. Hij studeert te Leiden, vestigt zich daarna als advocaat in Den Haag, maar blijft zich aan historische studiën wijden. In 1854 wordt hij tijdelijk ambtenaar bij het Rijks-archief, later adjunct-archivaris; in 1875 directeur van het schilderijen-kabinet van...
Jozef Verschueren (1930)
(‘jongə) tw. [jongen] uitroep van bewondering, verbazing : -, -, wat is dat heerlijk ! Syn. sjonge, tjonge.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: