Wat is de betekenis van Johannesbrood?

johannesbrood - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) (voeding) Ceratonia siliqua de eetbare vrucht (de peulen) van de johannesbroodboom Woordherkomst samenstelling van Johannes en brood Verwante begrippen carob, carobe, sint-jansbrood

De roodbruine eetbare peulen van de johannesbroodboom (Lat. ceratonia siliqua), die thuishoort in het Middellandse-Zeegebied. Volgens een legende zou de ascetische boetprediker Johannes de Doper, een zoon van de priester Zacharias, zich in de woestijn met de vruchten van deze boom gevoed hebben. Tijdens zijn prediking verkondigde hij de naderende k...

of sint-jansbrood, de op een hauw gelijkende peulvrucht van de johannesbroodboom uit de landen om de Middellandse Zee. De vrucht wordt onrijp geplukt en door verder rijpen in de zon zoet. Het vruchtvlees wordt door mens en dier gegeten. De zaden werden vroeger als gewichten gebruikt; zie karaat.

o., de roodbruine, eetbare peulen van een in het Oosten en in Zuid-Europa wassende boom (Ceratonia siliqua), de Johannesbroodboom.

o. (de vrucht van ceratonia siliqua).

(folkl.) is de vrucht van den Johannesbroodboom.

o. (...broden) [brood dat Johannes de Doper in de woestijn zou gegeten hebben] roodbruine, eetbare vrucht van de johannesbroodboom.

o., veevoeder dat bestaat uit de gedroogde peulen van een boom (Ceratonia siliqua), die vooral rond het Middellandse-Zeegebied wordt aangetroffen. (e) Johannesbrood ontleent zijn voederwaarde vooral aan het hoge gehalte zetmeelachtige stoffen (tot ruim 70 %), waarvan een aanzienlijk gedeelte uit suikersoorten bestaat. Het gehalte aan verteerbaar ei...

zie Jansbrood.