Jijjouwen
(jijjouwde, heeft gejijjouwd), iem. met jij, jou en jouw toespreken ; er maar op los jijjouwen, zonder te zien wie men voor heeft.
Van Dale Uitgevers (1950)
(jijjouwde, heeft gejijjouwd), iem. met jij, jou en jouw toespreken ; er maar op los jijjouwen, zonder te zien wie men voor heeft.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(jijjouwde, heeft gejijjouwd), iemand met jij, jou en jouw toespreken: er maar op los —, zonder te zien wie men voor heeft.
J.H. van Dale (1898)
JIJJOUWEN, (jijjouwde, heeft gejijjouwd), iem. met jij, jou en jouw toespreken : er maar op los jij ouwen, zonder te zien wien hij voor heeft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: