Wat is de betekenis van Jijjouwen?

2025-02-07
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jijjouwen

(jijjouwde, heeft gejijjouwd), iem. met jij, jou en jouw toespreken ; er maar op los jijjouwen, zonder te zien wie men voor heeft.

2025-02-07
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jijjouwen

(jij'jouwən) (jijjouwde, heeft gejijjouwd) gemeenzaam met jij en jouw toespreken.

2025-02-07
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jijjouwen

(jijjouwde, heeft gejijjouwd), iemand met jij, jou en jouw toespreken: er maar op los —, zonder te zien wie men voor heeft.

2025-02-07
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Jijjouwen

JIJJOUWEN, (jijjouwde, heeft gejijjouwd), iem. met jij, jou en jouw toespreken : er maar op los jij ouwen, zonder te zien wien hij voor heeft.

Gerelateerde zoekopdrachten