jeuzelen
jeuzelen - Werkwoord 1. (inerg) oeverloos praten, zeuren, ongericht bezig zijn ♢ En zo werd er nog uren gejeuzeld.
Wiktionary (2019)
jeuzelen - Werkwoord 1. (inerg) oeverloos praten, zeuren, ongericht bezig zijn ♢ En zo werd er nog uren gejeuzeld.
Van Dale Uitgevers (1950)
(jeuzelde, heeft gejeuzeld), (gew.) beuzelen ; — zeuren, zaniken, klagen: en wijf zo jeuzelt Jetje voort enz.; zij kan zo ellendig jeuzelen.
J.H. van Dale (1898)
JEUZELEN, (jeuzelde, heeft gejeuzeld), beuzelen : zeuren, zaniken, klagen : en wij ? zoo jeuzelt Jetje voort, enz.; zij kan zoo ellendig jeuzelen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: