Wat is de betekenis van jetlag?

2024-04-20
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

jetlag

(zelfstandig naamwoord) [alg.] vliegkater, tijdschok - Door de tijdschok was mijn biologische klok zo ontregeld dat ik dagenlang pas te laat insliep en te vroeg wakker werd.

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jetlag

jetlag - Zelfstandignaamwoord 1. situatie waarin je je niet lekker voelt door verstoring van o.a. het slaap waakritme door een snelle verre reis naar een andere tijdzone. Letterlijk: het lichaam kan het snelle vliegtuig niet bijbenen. Een vliegreis van Europa naar Amerika verstoort het bioritme, deze versto...

2024-04-20
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

jetlag

Verstoring van het slaapritme door een verre vliegreis waarbij jouw biologische klok niet gelijk loopt met de klok op de plaats van aankomst (uitspraak: DJET-lek). Je krijgt de slaapproblemen nadat je in één ruk een verre vliegreis hebt gemaakt naar een plaats op aarde in een sterk afwijkende tijdzone. Naar het westen betekent dat Noord- of Zuid-Am...

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten