Wat is de betekenis van Jeneverbuik?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

jeneverbuik

(19e eeuw) (spot.) dronkaard; iemand die teveel jenever heeft gedronken. Syn.: jeneverneus*. • ... een jeneverdrinker, een jeneverheer, een jenevergast, een jeneverplodde, een jeneverbuik, een jeneverneus, een jeneverkloot, een jeneverkous, een jeneverleerze (D. B. ), een jeneververken, een jeneverkanne, een jeneverkraker… (De Navorsche...

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jeneverbuik

m. en v. (-en), sterk drinker.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Jeneverbuik

JENEVERBUIK, m. en v. (-en), sterk drinker; ...DRINKER, m. (-s); ...DRINKSTER, v. (-s); ...FLESCH v. (...flesschen), flesch om jenever in te doen; flesch met jenever; (fig.) de jeneverflesch heeft al wat ellende over de wereld gebracht; ...GLAS, o. (...glazen), glas voor jenever; (fig.) er verdrinken er meer in ’t jeneverglas dan in de zee...

Gerelateerde zoekopdrachten