jatten
1) (19e eeuw) (Barg.) (ww.) stelen. Afgeleid van het Hebr. jad (hand). De volkstaal kent talrijke syn. voor stelen: achterhouden*; achteroverdrukken*; afgappen*; askenen*; baaien*; bewiegemen*; djaffen*; djakken*; doffen*; van eigenaar* verwisselen; fazelen*; gannefen*; handelen*; kaaien*; kiepelen*; klauwen*; knappen*; knarpen*; krabbedieven*; kra...