Wat is de betekenis van jas (speelkaart)?

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jas (speelkaart)

m. (-sen), 1. (kaartspel) troefboer; 2. (gemeenz.) teleurstelling, strop, misrekening: een — krijgen, teleurgesteld worden; dat was een — voor hem, een grote tegenvaller; iemand een — geven, hem teleurstellen.