Wat is de betekenis van Jansen?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Jansen

(1970+) (euf. of sch.) mannelijk geslachtsdeel. Naar een veel voorkomende Nederlandse familienaam. Vgl. Am.-Eng. slang Johnson. • (Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit. Ned. vertaling van The Visual Dictionary of Sex. H.J.W. Becht-Amsterdam. 1977-1980. Woordenlijst p. 126)

2024-04-25
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Jansen

De familienaam Jansen is een patroniem met de betekenis 'zoon van Jan', roepnaam bij de doopnaam Johannes.

2024-04-25
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

JANSEN

meest voorkomende familienaam in Noord-Brabant, gevolgd door Van de Ven, Van der Heijden, Van den Broek, Verhoeven, Smits, Janssen, Maas, Van den Heuvel, De Jong, Van Dijk, Van Dongen, Hendriks en Van Loon. De namen Jansen, Janssen en Janssens komen tweemaal zoveel voor als de daaropvolgende. Bron: Ned. Rep. Familienamen.

2024-04-25
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Jansen

zie M. M. de Graaf; zie S. J. W. Grothe; zie M. E. van Hengel.

2024-04-25
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

JANSEN

(Jansenius), Cornelius (1585-1638), van oorsprong Nederlander (geb. te Aequoy, Betuwe), studeerde theologie te Leuven, waar hij de toen bestaande tegenstand tegen het Molinisme leerde kennen en in aanraking kwam met Saint-Cyran met wie hij zich een aantal jaren op de studie van Augustinus toelegde. In 1617 te Leuven teruggekeerd, werd Jansen er de...

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Jansen

Andreas H. G. (1849-1916), Ned. priester en geleerde. 1883-’96 prof. in de H. Schrift en Kerkhistorie aan het Groot-Seminarie Rijsenburg. Directeur van het Aartsbisschoppelijk Museum. Vertaalde voor de zgn. Professoren-bijbel Paralipomenon of de Kronieken en Judith.Joannes H. G. (1868-1936), aartsbisschop van Utrecht, sinds 1930, van welke wa...

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Jansen

1) W. (1837/1911), Duitsch dichter en romanschr.; 2) Johs. V., *1873, Deensch schrijver.

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Jansen

1° Andreas H. G., Ned. priester en kunsthistoricus. * 3 Jan. 1849 te Zwolle, † 31 Oct. 1916 te Jutphaas. Promoveert in Klass. letteren te Groningen (1878). Priester gewijd te Rome, waar hij 1882 promoveerde in theologie. Doceerde van 1883 tot 1896 H. Schrift en kerkel. geschiedenis aan het grootseminarie te Rijsenburg; 1896-1910 pastoor...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Jansen

('jansən) (Zacharias) Nederlands natuurkundige, ° omstr. 1580 te Middelburg, brillenslijper aldaar; volgens sommigen de uitvinder van de Hollandse kijker.