Wat is de betekenis van janklaassen?

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

janklaassen

(meestal voorafgegaan door stijve) stijf persoon; hark. Deze benaming heeft niets te maken met de poppenkastfiguur maar zou eerder verband houden met een zekere ‘Jan Claeszoon’, de hoofdfiguur uit het bekende blijspel van Asselijn: ‘Jan Claeszoon of de gewaande Dienstmaagd’ (1683). Deze figuur komt nog voor op een oude kinde...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Janklaassen

m., 1. de hoofdfiguur uit de poppenkast (Fr. guignol, Eng. punch, Hd. kasperl): Janklaassen en Katrijn; een janklaassen, een pop of een verkleed persoon, die die figuur voorstelt, polichinel; 2. (fig.) poppenkastvertoning, mal gedoe: wat is dat hier voor een janklaassen?

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

janklaassen

(jan'kla:ssən) m. (-s) [Jan Klaassen] 1. Eig. hoofdfiguur in de poppenkast. Syn. polichinel. 2. Metf. grappenmaker

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Janklaassen

D.i. een grappenmaker, een hansworst. ‘Volgens de Amsterdamsche overlevering was Jan Klaassen een trompetter van 's Prinsen lijfwacht geweest; maar toen, na den dood van Prins Willem II, de garde van den Prins tot garde der Staten van Holland verdoopt werd, had hij zijn paspoort genomen. Om nu brood te winnen, trok hij naar Amsterdam, en...

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)