Wat is de betekenis van jandoedel?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

jandoedel

1) (1836) (Barg.) (slechte) jenever. Een tijd lang gebruikelijk in de soldatentaal. Aanvankelijk werd gedacht dat het om een Gronings woord ging maar vermits weinig Groningers dienst namen in het Ned-Indische leger (waar het woord goed gekend was) gaat deze verklaring niet op. Volgens De Vooys (Verzamelde Taalkundige Opstellen, deel III, p. 220) ga...

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

jandoedel

sukkel; sufferd; slap figuur. De veelvoorkomende mannelijke voornaam Jan komen we tegen in talrijke uitdrukkingen (Jan en alleman, Jan met de pet enz.) en deze wordt hier gecombineerd met de gewestelijke aanduiding (doedel) voor een sufferd. Doedel is wellicht gevormd van dodden, waarvan het werkwoord dutten is afgeleid. Tevens zou dan verwezen wor...

2024-04-25
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Jandoedel

zi e. jan Doedel.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Jandoedel

(Barg.) jenever.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jandoedel

m., scherts, voor jenever.

2024-04-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

jandoedel

jenever.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jandoedel

m. -s (een glas jenever).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jandoedel

(jan'doedəl) m. (-s) [Jan Doedel?] een glas jenever.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

Jandoedel

Jandoedel - m., (argot), jenever.