jandoedel
1) (1836) (Barg.) (slechte) jenever. Een tijd lang gebruikelijk in de soldatentaal. Aanvankelijk werd gedacht dat het om een Gronings woord ging maar vermits weinig Groningers dienst namen in het Ned-Indische leger (waar het woord goed gekend was) gaat deze verklaring niet op. Volgens De Vooys (Verzamelde Taalkundige Opstellen, deel III, p. 220) ga...