Wat is de betekenis van Jan compagnie?

2023-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

Jan Compagnie

(19e eeuw, vero.) personificatie van de Oost-Indische Compagnie. Titel van een boek van Arthur van Schendel. Verder o.a. in het werk van Potgieter. • De trommel van de Staten werft: Lang leev' de Prins, hoezee! Maar zoo men in het veld niet sterft, Wat brengt men er uit meê? Een stijven arm, een houten poot; De drommel hal...

Lees verder
2023-03-29
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Jan Compagnie

Jan Compagnie - Hollandse matroos. Stamt nog uit de roemrijke dagen van de VOC. Vgl. Eng. John Company.

2023-03-29
Woordenboek Populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Jan compagnie

onder deze naam werd in vroeger eeuwen het bestuur van de Oost-Indische Compagnie aan de inlanders voorgesteld als een machtig vorst. Sinds ca. 1785. Toen nog een informele, nu louter een historische ben. Ook in het Engels: John Company.De uitdr. komt ook voor bij de Nederlandse dichter E.J. Potgieter (1808 -1875) in verschillende allegorische toep...

Lees verder
2023-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Jan Compagnie

verpersoonlijking van de Oostindische Compagnie.

2023-03-29
Gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Jan Compagnie

De Oost-Indische Compagnie. De naam Jan Compagnie is vooral populair geworden, door een geestig stuk van Potgieter uit het jaar 1841, getiteld: Jan, Jannetje en hun jongste kind. Aan dit stuk hebben ook de namen Jan Contant, Jan Cordaat, Jan Courage, Jan Crediet, en Jan Salie hunne algemeene bekendheid te danken.

Lees verder
2023-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Jan Compagnie

m. (personificatie van de 0.-I. Compagnie); Jan Crediet, m. (personificatie van het krediet in de Hollandse handel): Jan Contant (solied koopman), Jan Cordaat (flinke kerel; krijgsman), Jan de Poëet, Jan de Rijmer; Jan Kalebas (z. ald.), Jan Hagel of Jan Rap (het uitvaagsel), en Jan Salie, a) energieloos, traag persoon, b) droogstoppel.