jakkepoes
(18e eeuw) (vnl. Groningen & Oost-Friesland, scheldw.) kale pronker. Destijds in Ned-Indië ook van toepassing op een gemene vent, een smeerlap. Heel wat poezen in de Nederlandse taal blijken op een man te slaan. Zie bijvoorbeeld vetpoes* en vuilpoes*. • Echter spreekt het van zelf, dat dergelijke vrijpostigheden hier evenmin lakko zij...