jagerslatijn
(19e eeuw) (euf.) onwaarschijnlijke jachtverhalen; snoeverij; bluf; leugens. • Om liegen te vergoelijken zegt men: onwaarheid spreken, de waarheid te kort doen, of nog zachter: zich vergissen, uit zijn duim zuigen, er om heen draaien, doorslaan, overdrijven, opsnijden, fantaseren, borduren, jagerlatijn spreken. Ook een kinderwoord als jokken w...