Wat is de betekenis van jagerslatijn?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

jagerslatijn

(19e eeuw) (euf.) onwaarschijnlijke jachtverhalen; snoeverij; bluf; leugens. • Om liegen te vergoelijken zegt men: onwaarheid spreken, de waarheid te kort doen, of nog zachter: zich vergissen, uit zijn duim zuigen, er om heen draaien, doorslaan, overdrijven, opsnijden, fantaseren, borduren, jagerlatijn spreken. Ook een kinderwoord als jokken w...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jagerslatijn

jagerslatijn - Zelfstandignaamwoord 1. (jachttaal) opschepperij van jagers Woordherkomst samenstelling van jager en Latijn met het invoegsel -s- Verwante begrippen visserslatijn

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jagerslatijn

o., grootspraak van jagers, ongelooflijke verhalen van jachtavonturen, doorspekt met jagerstermen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jagerslatijn

('ja:gərs) o. 1. voor oningewijden onverstaanbare vaktaal der jagers. 2. onmogelijke jachtverhalen en jagerssnoeverij.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jagerslatijn

o., grootspraak van jagers, sterke verhalen van jachtavonturen, met veel jagerstermen doorspekt.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten