Wat is de betekenis van jacquet?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jacquet

jacquet - Zelfstandignaamwoord 1. kostuum voor mannen waarvan de jas weggesneden panden heeft en waarbij meestal een gestreepte broek wordt gedragen in de jaren zestig van de twintigste eeuw(!) kwam het in Delft nog voor dat wanneer men niet in jacquet op het tentamen verscheen, de hoogleraar automat...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

jacquet

jacquet - zelfstandig naamwoord, onbekend woordtype uitspraak: zja-ket 1. deftig jasje met korte voorkant en twee lange slippen aan de achterkant ♢ de heren droegen een jacquet bij de plechtigheid Zelfstandig naamwoord: zja-ket ...

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Jacquet

pandjesjas; kort damesmanteltje (vero.); soort triktrakspel

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Jacquet

o., herenjas met panden; damesmanteltje

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Jacquet

s.n., skoat(jas), swe(a)llesturt, hokseflapper.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jacquet

(<Fr.), o. (-s, -ten), 1. manskledingstuk, pandjasje met weggesneden schoten; 2. kort getailleerd manteltje voor dames ; 3. soort van trictracspel.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

jacquet

(zjaket) o. pandjesjas; kort damesmanteltje.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jacquet

o. -s, jacquetten (Fr. jacquette: damesmanteltje; pandjesjas; ook, een soort van trictac-spel); lees zjaket.