Jacht, vaartuig
o. (-en), 1. (hist.) snelzeilend bewapend vaartuig met één dek voor verkenning, het overbrengen van berichten enz.; 2. (pleizier)vaartuig, sierlijk en vaak weelderig ingericht, ten dienste van vorsten, hoge colleges enz., in latere tijd in het alg. een groot pleiziervaartuig van rijke lieden; 3. vaartuig voor de hedendaagse hardzeil...