Wat is de betekenis van Item?

2024-10-05
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-05
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

item

(zelfstandig naamwoord) [alg.] punt [alg.] (agenda)punt [alg.] (begrotings)post [alg.] onderwerp - In het tv-journaal komen altijd verschillende onderwerpen aan bod. [alg.] artikel, object, voorwerp - Deze week korting op alle artikelen! - Bij de opgraving werden allerlei raadselachtige voorwerpen gevonden.

2024-10-05
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

item

item - Zelfstandignaamwoord 1. onderwerp dat aan bod komt Het journaal had vandaag een leuk item. Tijdens de vergadering was de recente wateroverlast een van de belangrijkste items.

2024-10-05
Jargon & Slang van Journalisten en zetters

Marc De Coster (2017)

Item

Item - (Eng.) artikel, bericht.

2024-10-05
Cijfers spreken

Joep Brinkman & Hilbrand Oldenhuis (2016)

item

Stelling, vraag of onderdeel van een vraag in een vragenlijst.

2024-10-05
Cito's toetstechnische begrippenlijst

Cito (2016)

Item

Een item is een vooral bij meerkeuzetoetsen gebruikt synoniem van opgave.

2024-10-05
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Item

1 item, afk. it. [Lat., van is = deze, en uitgang -tem] bw evenzo, op dezelfde wijze (niet te verwarren met idem, z.a.). 2 item [Eng., uitspr. aaitem, van Lat. item] I zn (niet in Lat.) punt, kwestie, onderwerp; onderwerp in krant of nieuw...

2024-10-05
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Item

insgelijks; onderwerp; programmapunt; begrotingspunt

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-05
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Item

Bestanddeel (1) Een samenstellend deel van een groep. Een bestand kan uit een aantal bestanddelen bestaan, zoals records, die op hun beurt weer uit andere bestanddelen kunnen bestaan. (2) Een verzameling aan elkaar verwante tekens, die als een eenheid wordt behandeld.