Wat is de betekenis van investering?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

investering

investering - Zelfstandignaamwoord 1. een opoffering in tijd, geld of mankracht ten behoeve van een doel dat pas op lange termijn wordt behaald Het is onzeker of die investering zich zal terugbetalen. Synoniemen belegging Verwante begrippen geldbelegging

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

investering

investering - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-ves-te-ring 1. het ergens geld in beleggen om daar beter van te worden ♢ mijn investering in dat bedrijf heeft al veel rendement opgeleverd 2. het ergens iets in stoppen om daar...

2024-04-20
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

investering

investering - Zie ouderinvestering.

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Investering

het beleggen; het belegde geld; aanschaffing van kapitaalgoederen

2024-04-20
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Investering

Planmatige inzet van daartoe beschikbaar gestelde geldmiddelen voor de aanschaf van de vereiste produktiemiddelen en/of voor optimalisatie van de produktie en voor ontplooiing dan wel ontwikkeling van de betrokken medewerkers. Indien activiteiten worden ondernomen om het tegenovergestelde te bereiken, spreekt men van desinvestering.

2024-04-20
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Investering

is belegging van beschikkingsmacht in kapitaalgoederen. I.h.a. consumeert men een deel van zijn inkomen en bespaart men een deel. Dit bespaarde deel kan men beleggen, b.v. door staatsobligaties te kopen. Belegt men het geld zo, dat het een productieve bestemming krijgt, dan noemt men dit i. (Vb.: het kopen van een machine, een hoeve, maar ook: aand...

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Investering

v. (-en), het beleggen; belegd geld.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

investering

v. (-en) 1. Eig. het → investeren. 2. Metn. geïnvesteerd geld.