Wat is de betekenis van invalide?

invalide - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die door een gebrek beperkt is in zijn mogelijkheden invalide - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) door een gebrek beperkt in zijn mogelijkheden 2. (juridisch) ongeldig Synoniemen gehandicapte gehandicapt Verwante begrippen gebrekkig

invalide - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-va-li-de 1. iemand die door ziekte of ouderdom niet alles meer zelf kan doen ♢ de invalide zit in een rolstoel Zelfstandig naamwoord: in-va-li-de de invalide ...

Met een (grote) lichamelijke of geestelijke beperking. Kijk ook bij beperking.

Eufemisme uit de jaren vijftig voor iemand die door een lichamelijk gebrek niet op normale wijze voor zichzelf kan zorgen. De term betekende oorspronkelijk ‘niet gezond’. In de achttiende en negentiende eeuw sloeg het woord ook op ‘een tengevolge van ziekten, verwonding of verminking, of door den ouderdom voor den dienst (geheel of gedeeltelijk) on...

De waarschuwing om mensen die onze hulp nodig hebben, niet voorbij te lopen. Ziet men zichzelf als invalide, dan zou men zich in de waaktoestand moeten beheersen en een bepaalde zaak niet moeten loslaten - zelfs wanneer men te maken krijgt met de nodige weerstand. (Zie ook ‘Kreupele’).

[Lat. in-validus= niet-welzijnd] I zn invalide persoon; II bn wegens ziekte of gebrek ongeschikt voor werkzaamheden of mil. dienst.

gehandicapte; (gedeeltelijk) ongeschikt voor werk; ongeldig

iem. wat deur siekte hulpeloos is; swak, kragteloos, hulpeloos.

zwak, gebrekkig, ongeschikt, ongeldig; gebrekkig, hulp behoevend persoon