Wat is de betekenis van Intimus?

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Intimus

[Lat.] vertrouwde vriend, boezemvriend.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Intimus

boezemvriend

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Intimus

vertrouwde; boezemvriend.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Intimus

(Lat.), m. (intimi), boezemvriend.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Intĭmus

z. interior.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

intimus

(Lat.) m. boezemvriend, vertrouwde.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

intimus

m. intimi (Lat. boezemvriend).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

intimus

('intimus) m. (...mi) [Lat.] boezem-, halsvriend.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

intimus

[Lat.], m. (intimi), boezemvriend.