Integriteit
is de eerlijkheid en oprechtheid van iemand, en hun toewijding aan ethische normen en waarden in hun denken en handelen.
Coaching & training
is de eerlijkheid en oprechtheid van iemand, en hun toewijding aan ethische normen en waarden in hun denken en handelen.
Schrijver op Ensie
Integriteit is een persoonlijke- of karaktereigenschap van iemand. Diegene is onkreukbaar of in ongeschonden toestand, of houdt vast aan zijn of haar normen en waarden, ook als deze van buitenaf onder druk staan. De waarden en begrippen eerlijkheid, betrouwbaarheid, rechtschapenheid en oprechtheid worden doorgaans aan een integer persoon gekoppeld...
Ontwerp nu je advertentie. Direct online!
Nederlandstalige WikiWoordenboek
integriteit - Zelfstandignaamwoord 1. onschendbaarheid, eerlijkheid, oprechtheid ♢ Iemands integriteit in twijfel trekken. 2. betrouwbaarheid van gegevens in het kader van informatiebeveiliging Woordherkomst Van het Engelse integrity of het Franse intégrité, van het Latijnse 'integri...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
integriteit - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-te-gri-teit 1. het eerlijk en betrouwbaar zijn ♢ hij is bekend om zijn integriteit Zelfstandig naamwoord: in-te-gri-teit de integriteit
De A is van Amalia, die is allochtoon
Wie een officiële functie heeft moet integer zijn. Een van de aspecten daarvan is dat burgers bij bijvoorbeeld de politie of de belastingdienst gelijk behandeld moeten worden. Integer zijn betekent dat mensen uit geen enkele (etnische) groep bevoor- of benadeeld mogen worden. Meestal wordt door de meerderheidscultuur onmiddellijk aan migranten geda...
Verklarend lexicon van de meest gebruikte begrippen uit de hedendaagse ethiek.
De term integriteit, ontleend aan het Latijn, betekent letterlijk ‘heelheid’ (vergelijk ‘integreren’, ‘integratie’). De term is, zowel etymologisch als inhoudelijk, verwant aan ‘intactheid’ (afgeleid van 'tangere’, ‘aanraken’; vergelijk Kemp 2000). In de ethiek heeft integriteit uiteenlopende betekenissen. Wat ze gemeen hebben, is dat integriteit d...
Woordenboek vreemde woorden
[Lat. integritas = ongeschondenheid, onbaatzuchtigheid] rechtschapenheid, onkreukbaarheid.
Jan Meulendijks
onschendbaarheid; rechtschapenheid; ongeschonden toestand
Encyclopedie voor Zelfstudie
1. volledigheid, ongeschonden toestand: bij verdrag kan de ene staat de integriteit van zijn grenzen waarborgen; 2. onkreukbaarheid: een integer mens is iemand die rechtschapen en trouw is.
Nederlandse encyclopedie
[→Fr.j, v., 1. ongeschonden toestand; 2. (volkenrecht) onschendbaarheid van de soevereiniteit van een staat met betrekking tot zijn gebied (e);3.rechtschapenheid, onomkoopbaarheid. (e) Elke staat mag met nadruk vorderen dat een vreemde staat zich zal onthouden van elke poging tot uitoefening van enig gezag op zijn gebied, hetzij justitieel, mi...
Vreemde woorden woordenboek
ongeschonden staat ; onomkoopbaarheid ; rechtschapenheid.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(<Fr.), v., 1. ongeschonden toestand; 2. (volkenrecht) onschendbaarheid van de souvereiniteit van een staat met betrekking tot zijn gebied; 3. rechtschapenheid, onomkoopbaarheid.
Vreemde woorden, uitdrukkingen en afkortingen (1948)
v. ongeschonden toestand, volledigheid; onomkoopbaarheid, onkreukbaarheid.
Winkler Prins 1947
(volkenrecht). Territoriale integriteit is de onschendbaarheid van het grondgebied van de souvereine staat, als gevolg van zijn onaantastbaarheid. Iedere souvereine staat heeft het volste recht te vorderen, dat vreemde staten zich zorgvuldig onthouden van elke poging tot uitoefening van enig gezag op zijn gebied, hetzij justitieel, militair of admi...
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
v. (Fr. [Lat. integritas]: ongeschonden toestand; onschendbaarheid; rechtschapenheid, onkreukbaarheid): de integriteit van een staat handhaven; iems. integriteit.
Encyclopedie voor Iedereen
onschendbaarheid v/i grondgebied v/e staat, kan worden gewaarborgd door garantieverdragen.
Modern Woordenboek (1930-1961)
(integri'teit) v. 1. [Lat. integer, gaaf, ongeschonden] a. Algm. gaafheid, ongeschondenheid. b. Inz. een- en onverdeeldheid: de van een staat handhaven. 2. het integer zijn, onkreukbaarheid, onomkoopbaarheid, rechtschapenheid.
Geschreven onder redactie van theoloog F.W. Grosheide, 1925-1931
beteekent ongeschondenheid. Het woord wordt vooral gebezigd van geschriften en duidt dan aan, dat het geschrift nog verkeert in denzelfden staat, als waarin de schrijver het gaf, er is niets van verloren gegaan en niets ingelascht. Zoo spreekt men ook van de integriteit van de Bijbelboeken, en twist men over de vraag, of deze boeken veranderingen h...
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Integriteit - onschendbaarheid van grondgebied,een gevolg van de rechtspersoonlijkheid van een staat, de onaantastbaarheid van dezen. Elke staat mag met nadruk vorderen, dat een vreemde staat zich zorgvuldig onthoude van elke poging tot uitoefening van eenig gezag op zijn gebied, hetzij justitueel, militair of administratief. De i. van een staat ka...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.