Wat is de betekenis van insult?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

insult

insult - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) een epileptische aanval, een toeval Ook deze patiënte kreeg een insult en overleed later. 2. iets beledigends Een insult tegen de homo's. Synoniemen [1] aanval, toeval [2] affront, belediging,...

2024-04-25
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

insult

Aanval van epilepsie (uitspraak: in-SULT). Kijk ook bij epilepsie.

2024-04-25
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Insult

Insult -aanval, toeval van bijv. hysterie of epilepsie.

2024-04-25
Verpleegkundig woordenboek

Anneke van Schie (2000)

Insult

Een insult, ook wel toeval of aanval genoemd, is een abnormale ontlading van zenuwcellen (neuronen) in de hersenen ten gevolge van epilepsie; kan ook een niet-epileptische oorzaak hebben.

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Insult

belediging; plotselinge aanval.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Insult

plotseling aanval (geneesk.)

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Insult

belediging; insulteren, beledigen.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Insult

plotseling verlies van het bewustzijn, toeval

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

insult

1. belediging, hoon. 2. beledigen, honen.