instrument
1) (1640) (euf. of sch.) mannelijk lid. Gezien als een voorwerp om een vrouw te doen klaarkomen*. Deze metafoor wordt ook in het Frans gebruikt. • Ook voor wat de mannen betreft, zoekt ze af en toe voor wat afwisseling. De lul is nu eens een pik of piek, een lans, een degen, een ding, een stijve, een instrument, een mast en dies meer. (Louis P...