Wat is de betekenis van instabiliteit?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

instabiliteit

instabiliteit - Zelfstandignaamwoord 1. het instabiel zijn, de onbestendigheid De instabiliteit van de financiële sector is de motor geweest van het populisme in Europa. "Primair is het de bankensector geweest", aldus minister van Financiën w:Jeroen Dijsselbloem|Jeroen Dijsselbloem Wo...

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Instabiliteit

onvastheid

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Instabiliteit

onstandvastigheid, onbestendigheid.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Instabiliteit

v., onvastheid.

2024-04-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

instabiliteit

v. onvastheid, onbestendigheid, wankelbaarheid.

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Instabiliteit

(in den dampkring), → Gradiënt (sub 2°).

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

instabiliteit

('teit) v. onstandvastigheid, wankelbaarheid.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

instabiliteit

v. (-en), (ook: onevenwicht), toestand waarin geen evenwicht heerst; wankelmoedigheid, onstandvastigheid.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

instabiliteit

instabiliteit - v., onstandvastigheid, onbestendigheid.