Wat is de betekenis van Insolent?

2024-04-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Insolent

[Lat. insolens, -entis = tegen de gewoonte, ongewoon van gedrag, onbeschaamd, van solere = gewoon zijn] lomp, onbeschoft, zonder schaamte.

2024-04-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Insolent

onbeschaamd

2024-04-16
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Insolent

lomp, onbeschaamd.

2024-04-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Insolent

onbeschaamd, onbeschoft

2024-04-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Insolent

I. onbeschaamd, onbeschoft, onhebbelijk, brutaal; II. onbeschaamde, onbeschofte kerel.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Insolent

(<Fr.), bn. (-er, -st), onbeschaamd, lomp, brutaal.

2024-04-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

insolent

aanmatigend, onbeschaamd, onbeschoft, brutaal.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

insolent

bn. (Fr. [Lat. insolens = ongewoon]: onbeschoft, onbeschaamd).

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

insolent

onbeschaamd.