Wat is de betekenis van insinueren?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

insinueren

insinueren - Werkwoord 1. iemand ergens van beschuldigen zonder dat duidelijk te zeggen De baas insinueerde dat de verpleegkundige de tabletten had kwijtgemaakt. Woordherkomst afgeleid van het Franse insinuer (met het achtervoegsel -eren)

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Insinueren

[Lat. in-sinuare, -atum = in de boezem (sinus) steken, inprenten] een insinuatie maken; (jur.) aanzeggen, kennisgeven, betekenen (vonnis); geïnsinueerde, persoon aan wie exploot wordt of is betekend.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Insinueren

bedekte zinspelingen uiten; gerechtelijk aanzeggen

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Insinueren

bedekte zinspelingen maken; gerechtelijk betekenen.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Insinueren

(insinueerde, heeft geïnsinueerd), 1. gerechtelijk aanzeggen; 2. bedektelijk aantijgen ; op zijdelingse, arglistige wijze te verstaan geven; 3. zich insinueren, zich indringen.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

insinueren

heimelijk inblazen; bedekt te kennen geven; gerechtelijk ter hand stellen.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

insinueren

geïnsinueerd (Fr. [Lat. insinuare]: bedekte zinspelingen maken, zijdelings beschuldigen; verdacht maken; rechtst. gerechtelijk betekenen); refl. zich zich bij iem. indringen.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

insinueren

('e:rən) (insinueerde, heeft geïnsinueerd) [Fr. < Lat. insinuare] 1. gerechtelijk betekenen. 2. bedekt aantijgen of zinspelingen maken. 3. zich -, zich in iemands gunst dringen.